Vier jaar geleden sprak ik Jasmijn. Ik mocht haar toen interviewen voor mijn afstudeeronderzoek over de identiteitsvorming van adolescente meiden die in de prostitutie terecht zijn gekomen door de manipulatie van een pooier of loverboy. Nu spreek ik haar weer om te vragen hoe ze zich persoonlijk heeft ontwikkeld en hoe ze haar ervaringen een plaats gegeven heeft. “Nog steeds ben ik kwetsbaar, maar ik ben ook trots op mezelf. Het verwerken van mijn ervaringen houdt in dat ik mezelf toesta dat ik nog aan het leren ben.”
Jasmijn haalt me op de tramhalte. Op weg naar haar woning vertelt Jasmijn me dat ze een paar weken geleden, voor het eerst sinds jaren, haar verjaardag heeft gevierd. Ze had het huis opgeruimd (“Het was echt helemaal vol gebouwd, niemand kon het huis in.”), hapjes en drankjes in huis gehaald (“Er waren niet eens glazen.”) en bezoek uitgenodigd. Jaren heeft ze ondergedoken gezeten en een schuilnaam gebruikt. Een lange tijd durfde ze niemand binnen te laten, als de deurbel ging raakte ze in paniek. “Ik durfde de straat niet op en zat veel binnen met de gordijnen dicht. Nu komt een keer in de week iemand over de vloer, dat is voorlopig ook wel voldoende,” zegt ze lachend.
Anders denken
Binnen vertelt Jasmijn me dat haar angst veranderd is doordat ze er anders is over gaan denken. Door veel gesprekken en nieuwe ervaringen kwam ze erachter dat de man waarvoor ze bang was, haar bang had gemaakt door zijn grote verhalen. “Hij heeft zich voorgedaan als een grote crimineel met een groot netwerk van gevaarlijke jongens. Nu denk ik; dat was allemaal gebakken lucht.” Langzaamaan drong het tot Jasmijn door dat er niets gebeurde en is ze zich minder gaan verschuilen. Buiten merkte ze dat ze niet herkend werd. “Ik ging me steeds vaker bedenken: was het wel allemaal waar wat hij me vertelde?” Het is een proces geweest waarin de angst langzaam van me afgegleden is. Het geeft zoveel vrijheid om mijn eigen naam weer te kunnen gebruiken.”
Behalve angst had ze ook last van schaamte en durfde ze niemand onder ogen te komen. “Het is toch niet iets waar je graag voor aangezien wordt.” Inmiddels beseft ze hoe de truckendoos van een pooier eruit ziet. Door de manipulatie en emotionele chantage is er een afhankelijkheidsrelatie ontstaan waardoor de grip op haar leven verdween. “Ik ging over alle grenzen heen zonder dat ik het wist, mijn gevoel was helemaal weg. Ik raakte depressief en geïsoleerd. Niets raakte me meer en ik was constant in de war.” Het gevoel van schaamte en het idee dat ze een ‘dom wijf’ is, veranderde doordat ze inzicht kreeg in de loverboymethoden. “Ik weet nu dat het niet mijn schuld was. Het heeft lang geduurd voordat ik dat zelf geloofde.”
Zelfbeeld
In haar verhaal komt terug dat haar zelfbeeld en hoe ze bij anderen overkomt vaak niet overeen komt. “Ik kom over als een zelfverzekerde en krachtige vrouw, niet als een kwetsbaar meisje of slachtoffer. Maar er is heel veel wat je niet aan de buitenkant kan zien. Vanuit onzekerheid sprak ik vaak belerend over anderen en kwam ik over als een ’bitch’. Het blijft nog steeds zoeken naar een juiste balans tussen hoe ze zich voelt en hoe ze overkomt bij anderen. Jasmijn ziet zichzelf als een krachtige vrouw die ook kwetsbaar is en haar ervaringen een plek probeert te geven.
Inmiddels geeft Jasmijn voorlichting als ervaringsdeskundige bij Stichting Open Ogen. Ze ervaart veel steun van oprichster en ook ervaringsdeskundige Linda Futa-van Gogh. “Ik heb ook therapie gehad maar mijn contact met lotgenoten heeft me het meest geholpen. Mensen denken toch veelal vanuit hun eigen perspectief en kunnen het zich niet echt voorstellen als ze het zelf niet hebben meegemaakt. Bij de stichting krijg ik veel erkenning, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Zo kan ik toch iets positiefs doen met mijn ervaringen.” Haar ouders steunen haar in haar activiteiten maar praten er zelf liever niet met iedereen over.
Jasmijn geeft aan dat ze zichzelf steeds beter leert kennen. “Vroeger dacht ik dat ik mezelf heel goed kende en veel zelfkennis had maar ik ging juist over alle grenzen heen om anderen te vriend te houden en te helpen. Ik ben nu veel beter in contact met mijn gevoelens en kan mijn grenzen beter bewaken. Ik heb ook veel aan mijn huidige vriend te danken. Nog steeds ben ik kwetsbaar, maar ik ben ook trots op mezelf. Het verwerken van mijn ervaringen houdt in dat ik aan mezelf toegeef en toesta dat ik nog aan het leren ben.”
Lees meer over Stichting Open Ogen.